Waarop toetst RDI uitvoering van graafwerkzaamheden?
Rijksinspectie Digitale Infrastrucuur (voorheen Agentschap Telecom) controleert of werkzaamheden adequaat worden uitgevoerd. In onderstaand memo beschrijft de toezichthouder op welke elementen het werk van grondroerders, opdrachtgevers en netbeheerders wordt getoetst.
Elementen zorgvuldig graven (WIBON/CROW 500)
Voor de grondroerder:
- Het binnen de wettelijke termijn doen van een graafmelding voorafgaand aan de graafwerkzaamheden.
- Het aanwezig hebben van alle gebiedsinformatie op de graaflocatie die op basis van een graafmelding is ontvangen en deze informatie ook ter plekke kunnen consulteren.
- Het zorgdragen voor uitvoeren van de juiste gedragingen bij een Eisvoorzorgmaatregel.
- Het geven van een instructie aan het graafteam door de grondroerder en het regelmatig updaten en communiceren van de beschikbare informatie met het graafteam om zorgvuldig te blijven graven.
- Het op een juiste wijze uitvoeren van de activiteiten genoemd in de werkinstructie.
- Het onderzoeken van de feitelijke ligging voorafgaande aan de graafwerkzaamheden in het zogenaamde zoekgebied.
- Het conform de CROW richtlijn 500 werken in het zogenaamde risicogebied
- Het onverwijld melden van een graafschade aan een net die door de grondroerder is veroorzaakt tijdens graafwerkzaamheden.
- Het terstond melden van een afwijkende situatie/afwijkende ligging.
Voor de opdrachtgever:
- Voldoende geld reserveren om de voorgenomen graafactiviteit zorgvuldig voor te bereiden en/of uit te laten voeren. Het bieden van voldoende tijd aan de grondroerder om zijn graafactiviteit zorgvuldig voor te bereiden en uit te voeren.
- Het opstellen van een risico-inventarisatie waarbij geanalyseerd is of de voorgenomen graafactiviteiten leiden tot conflicten met de theoretische ligging van de aanwezige kabels en leidingen in de ondergrond (op basis van actuele gebiedsinformatie van het Kadaster).
- Het opstellen van een maatregelenplan dat mede gebaseerd is op verificatie van de feitelijke ligging van de aanwezige kabels en leidingen bij de vastgestelde conflicten uit de risico-inventarisatie.
Voor de netbeheerder:
- De netbeheerder reageert binnen de wettelijke termijn en inhoudelijk correct op een verzoek tot nadere informatie t.a.v. de gebiedsinformatie.
- Het binnen de wettelijke termijn registreren van een net bij het Kadaster.
- Het binnen de wettelijke termijn reageren op een graafbericht van het Kadaster.
- Het versturen van beheerdersinformatie die, op het gebied van de liggingsgegevens, relevante eigenschappen van het net en contactgegevens, aan de eisen van het IMKL/BMKL voldoet.
- Het binnen de wettelijke termijn op de juiste wijze verwerken van een melding van afwijkende ligging/ afwijkende situatie.
- Het binnen de wettelijke termijn inleveren van een schaderapportage.
13 mei 2020 |