Wat is C5P?
Met het programma 'Graafketen Nederland CROW 500 proof' zet de graafketen, vertegenwoordigd door het KLO met steun van de wetgever en de toezichthouder, in op een CROW 500 compliant graafketen.
GRAAFKETEN NEDERLAND CROW 500 PROOF
Het KLO zit midden in het programma C5P. Er worden meters, nee kilometers gemaakt!
Met het programma C5P (CROW 500 proof) probeert het Kabel en Leiding Overleg structuur te brengen in projecten waar we te maken hebben met graven of andere activiteiten in de grond. En dat zijn er nogal wat: wegen, rioleringen, kabels voor telecommunicatie en elektriciteit, gasleidingen, maar ook grondwerk om een talud te maken, om een stuk land bouwrijp te maken voor nieuwbouw, ga zo maar door. Straks moet iedereen die daarbij betrokken over de juiste informatie beschikken zodat hij zijn werk feilloos kan verrichten. Dat verlangt ook de wet, maar daar zijn alle partijen in de graafketen het over eens!
De Wet informatie-uitwisseling boven en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) heeft als doel schades aan kabels en leidingen in de ondergrond door graafwerkzaamheden te voorkomen, waardoor de levering van essentiële diensten niet wordt verstoord, graafteams veilig kunnen werken en de veiligheid van de leefomgeving toeneemt.
Bij de totstandkoming van de wet is door de graafketen (grondroerders, netbeheerders en initiatiefnemers) met de verantwoordelijke minister afgesproken dat de graafketen zelf in de gelegenheid moet worden gesteld het maatschappelijk probleem van graafschades op te lossen. In de wet is daarom ruimte geboden om als graafsector het zorgvuldig graafproces (zorgvuldig opdrachtgeven/ zorgvuldig graven) zelf nader in te vullen en te implementeren. De graafsector, vertegenwoordigd door het Kabel- en Leiding Overleg (KLO), heeft in 2016 de richtlijn CROW 500 opgesteld als invulling van het zorgvuldig graafproces.
Daarmee is het theoretisch kader ontworpen, nu komt het op implementeren, dus op zorgvuldige naleving aan. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft in november 2019 aan het KLO gemeld dat zij nog steeds vertrouwen heeft in de graafketen. Zij gaat ervan uit dat het bedrijfsleven dit maatschappelijk probleem zelf zal oplossen.
Maar er moet wel haast worden gemaakt met de implementatie van de richtlijn. Agentschap Telecom, de toezichthouder op de wet, heeft de sector daarvoor tot 1 januari 2022 de tijd gegeven.
Om alle betrokkenen hierbij te ondersteunen is het werkprogramma C5P (CROW 500 proof) opgesteld.
Wat is CROW 500 proof?
Met het programma ‘Graafketen Nederland CROW 500 proof’ zet de graafketen vertegenwoordigd door het KLO, met steun van de wetgever en de toezichthouder, in op een CROW 500 compliant graafketen. Dit wil zeggen dat in het hele proces wordt gehandeld conform de CROW 500. Na uitvoering van dit programma is de graafketen in Nederland adequaat voorbereid om alle graafwerkzaamheden, zoals voor energietransitie, klimaatadaptie en 5G, zorgvuldig uit te voeren.
Ondanks dat de CROW 500 al vanaf 1 januari 2017 van kracht is, wordt deze veelal niet gevolgd door onbekendheid en onvoldoende aandacht en instructie. Het aantal graafschades neemt relatief gezien dan ook onvoldoende af en nam in 2018 zelfs toe als naar de totaalcijfers wordt gekeken. Voor KLO is dit reden geweest om op 13 november 2019 een seminar te organiseren voor de managers/ bestuurders van partijen in de graafketen. Alle aanwezigen hebben het belang van de CROW 500 en veilig werken binnen de graafketen onderschreven en expliciet aangegeven dat de graafketen er nu werk van moet gaan maken. Agentschap Telecom heeft op dit seminar aangegeven dat het vertrouwen in het zelf oplossende vermogen van de graafketen nog steeds aanwezig is, maar dat het geduld voor de graafketen op begint te raken. De deadline om als graafketen te voldoen aan de CROW 500 is gesteld op 1 januari 2022. Gezamenlijk doel is het voorkomen van alle vermijdbare graafschade.
Graafschade gevolgen en risico’s:
- Directe kosten ruim € 33.000.000,=
- Gevolgschade, meer dan € 250.000.000,=
- Imagoschade
- Maatschappelijke overlast, geen drinkwater, verwarming, elektriciteit, internet, ……
- Letsel, overlijden
Het programma C5P
De graafketen heeft ervoor gekozen en ook toegezegd, om het programma volledig te bemensen vanuit de eigen gelederen zonder doorbelasting van kosten. Kennis en ervaring worden hiermee optimaal ingezet en behouden binnen de graafketen. Het programma zal daarnaast bijdragen aan meer transparantie en onderling begrip in de graafketen als geheel wat als essentieel wordt gezien om graafschade zoveel als mogelijk te voorkomen.
Bij succes zal de ondersteunende applicatie, in 2021 zo breed mogelijk, waar wenselijk worden ingezet. Bij onvoldoende resultaat uit de praktijkstudie is er geen vervolg en zal heroriëntatie plaatsvinden.
De praktijkstudie
Aanpak
Om risico’s en kosten zoveel mogelijk te beperken is ervoor gekozen als eerste fase in 2020 deze praktijkstudie uit te voeren. In de praktijkstudie richten we een ondersteunende applicatie in om vermijdbare graafschade te voorkomen. Dit gaan we doen door met de deelnemers een aantal afgeronde projecten door te lopen en aan de hand daarvan een eerste blauwdruk vast te stellen.
We starten met een kick-off met alle deelnemers. Vervolgens wordt de praktijkstudie opgesplitst in vier fasen:
1. Bepalen van de blauwdruk van de werkwijze
De eerste 2 maanden wordt in meerdere werksessies samen met het programma kernteam de blauwdruk van de werkwijze, en daarmee de applicatie vastgesteld.
2. Aansluiten cases
Na vaststellen van de blauwdruk gaan we met een drietal cases aan de slag. De ‘overdracht’ vindt plaats in een werksessie waarin we met de caseteams een voorbeeld project doorlopen in de applicatie om de werkwijze te introduceren en toe te lichten.
3. Uitvoeren cases
In deze stap gaan de ‘caseteams’ afzonderlijk aan de slag met de applicatie. De caseteams voeren ieder 2 cases door. Tussentijds wordt gezamenlijk afgestemd. De resultaten kunnen leiden tot een update/ aanpassing van de blauwdruk.
4. Evaluatie
Aan het einde sluiten we af met een evaluatie van de praktijkstudie met advies voor het KLO.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De CROW 500 regelgeving benadrukt dat het voorkomen van graafschade de verantwoordelijkheid is van de gehele keten en niet zoals in het verleden voornamelijk rust op de schouders van de grondroerders. Netbeheerders zullen ook verantwoordelijkheid moeten nemen in de rol als initiatiefnemer/ opdrachtgever, ontwerper en grondroerder voor graafwerkzaamheden. Dit kan een wezenlijke verschuiving zijn die aanpassing van proces, capaciteit, budget en instructie vraagt.
Alle bedrijven moeten zich bewust zijn van de verantwoordelijkheden en verplichtingen in het graafproces. De betrokkenen in het graafproces mogen niet terughoudend zijn de directe opdrachtgever in het proces voor te lichten dan wel aan te spreken als zaken niet conform de voorschriften van de CROW 500 op orde blijken te zijn. Dit is essentieel als we verder willen komen, er mogen geen blokkades zijn. De opdrachtgever heeft hier een verplichting. Dit vraagt instructie, cultuurverandering en daadkracht.
Voor beheerders openbare ruimte (o.a. gemeenten, provincies, waterschappen) is het van belang dat regie in de ondergrond wordt genomen. Dit betekent regie bij tracé bepaling in openbare ruimte en toezicht op de uitvoering. Het gaat hierbij voornamelijk om positionering van ondergrondse infra volgens de geldende normen en afspraken, maar ook voldoende ruimte te creëren voor ondergrondse infra bij nieuwe aanleg.
De menscapaciteit en directe kosten van het programma voor de praktijkstudie zijn minder dan 0,2% van alleen de reparatiekosten graafschades. De verwachting is dat deze investering zich in veelvoud zal terugverdienen. De inspanning ligt bij alle sectoren. De grondroerders krijgen hiermee waar zij recht op hebben, een gedegen voorbereiding met overdracht van correcte documenten en ondersteuning om veilig te kunnen graven.
Het KLO is het platform voor de graafketen om tot een veilig en schadevrij proces te komen, van initiatie tot oplevering. Met alle partijen in de graafketen wordt dit programma gerealiseerd, in gezamenlijkheid en onderlinge ondersteuning.
Heeft u vragen dan willen de volgende personen u graag te woord staan.
Contactpersonen per doelgroep:
Beheerders openbare ruimte: Berry Kok berry.kok@gpkl.nl
Netbeheerders: Henk Geurts henk.geurts@brabantwater.nl
Grondroerders: Yvonne de Rijck y.derijck@bouwendnederland.nl
