Terug naar Nieuws

Schade en letsel voorkomen

29-01-2020 20:30
Verhalen uit de keten

Zorgvuldig graven begint bij het idee. Al bij het initiatief moet je wat betreft veiligheid, geld en tijd rekening houden met kabels en leidingen, aldus Yvonne de Rijck, technisch beleidsadviseur bij Bouwend Nederland.


De Rijck voorziet door de energietransitie veel meer graafbewegingen: ‘Dat vergroot het risico op schade.’ Ze legt uit dat je bij graven een aantal soorten schade hebt. De directe schade als een kabel of leiding stuk gaat, dat zijn de reparatiekosten. Je hebt ook indirecte schade en dus indirecte kosten. Bijvoorbeeld als je een waterleiding raakt en een heel bejaardentehuis zonder water zit, of als je een glasvezel kapot maakt en scholen en bedrijven geen internet meer hebben. Dat kan voor behoorlijk veel overlast zorgen.’


Omgevingsoverlast

‘Je hebt ook te maken met omgevingsoverlast: bijvoorbeeld als bewoners moeten omlopen omdat de weg is afgezet. Graafschade kan ook tot imagoschade voor je bedrijf of gemeente leiden. En bij elk graafschade kan er sprake zijn van letselschade.’


Verantwoordelijkheid

Daarom is het belangrijk dat er in de uitvoering zorgvuldig gegraven kan worden. Als leidingen ergens anders liggen dan op de informatie die jij hebt ontvangen, dan moet je dit melden. Bijvoorbeeld als de kabel niet op 1,20 meter van de gevel afligt maar op 5 meter. Of als je meer kabels aantreft dan op de Oriëntatie-melding staat. Die verantwoordelijkheid heb je ook in de uitvoering.


Voorfase

Om te weten of de Klic-informatie klopt, kun je een proefsleuf zowel in het voortraject als in de uitvoering graven. Zeker als je geen gegevens van proefsleuven in de voorfase hebt, moet je deze ook zelf controleren. Het hoeft niet letterlijk een proefsleuf te zijn: je moet weten wat er ligt, en hoe je dat doet, kan volgens De Rijck op verschillende manieren: ‘Via de Oriëntatie-melding krijg je de theoretische ligging. Je kunt ter plaatse een grondradar gebruiken. Dat is een soort röntgenapparaat voor de ondergrond. Je haalt deze over het tracé heen en ziet door parabolen op een scherm of er obstakels in de grond zitten. Op basis daarvan kun je een proefsleuf maken.’ Deze redelijk nieuwe techniek is vooral handig als je ziet dat een plek helemaal vrij is en je over kunt gaan tot graven.

‘Het is geen onwil maar onwetendheid’

De technologie rond graven verandert voortdurend. Ook de wetgeving is onlangs gewijzigd, met onder andere de nieuwe landelijke richtlijn CROW500 die nog niet overal geïmplementeerd is. De Rijck: ’Niet iedereen is op de hoogte van deze richtlijn. Het is geen onwil maar onwetendheid. Daarom promoten wij vanuit het Kabel en Leiding Overleg (KLO) graafschade preventie. We adviseren grondroerders en aannemers om vooraf in gesprek te gaan met de opdrachtgever en te vragen of er een Oriëntatie-melding is gedaan. Zo ja, wat zijn de risico’s? Zo nee, hoe verder? Het is belangrijk om dit vroegtijdig te doen, zeker bij aanbestedingstrajecten.’


Fase-kaarten

Ook is KLO bezig om fase-kaarten te maken met hierop informatie uit CROW500. Uit de informatie op de check en go kaart komen verschillende rollen in het graafproces naar voren. De nieuwe fasekaarten laten zien wat je vanuit welke rol zou moeten doen en wat je verantwoordelijkheid in de keten is om graafschade te voorkomen. De Rijck geeft een voorbeeld: ‘Een netbeheerder kan meerdere rollen hebben: als initiatiefnemer moet hij in de voorbereiding een Oriëntatie-melding doen. Als er vervolgens in de praktijk een waterleiding ligt die niet op de Klic-informatie terug te vinden is, heeft hij de verantwoordelijkheid om dit aan het waterbedrijf door te geven. Veelal zijn meerdere afdelingen binnen een bedrijf betrokken bij het hele proces. Dat zijn we nu met elkaar aan het beschrijven in de fasekaarten. Zo kunnen medewerkers hun rol herkennen en weten ze welke taken en verantwoordelijkheden daarbij horen.’