De Rechtspraak: Grondroerder en netbeheerder moeten overleggen over precieze ligging
In de rechtspraak verschijnen met enige regelmaat uitspraken die betrekking hebben op schade aan kabels en leidingen. Ancella Klunne is werkzaam als advocaat bij Kessels Advocaten en gespecialiseerd in het civiele bouwrecht en de WIBON. Voor het KLO geeft zij een inhoudelijke toelichting op deze juridische zaken. Wat betekent de uitspraak voor de graafketen en wat kunnen de spelers in de keten hiervan leren?
In de CROW Richtlijn 250 staan handelingsprotocollen. Een van die protocollen gaat over het onderzoek naar de precieze ligging van onderdelen van netten en wat in het kader van dat onderzoek gedaan moet worden. Niet in alle gevallen kan de ligging door middel van proefsleuven worden vastgesteld. De netbeheerder zal dan moeten worden geraadpleegd. De rechtbank Den Haag kreeg te oordelen over een kwestie waarin dit speelde (zie vonnis d.d. 27 maart 2019: ECLI:NL:RBDHA:2019:2985).
De casus
Bij het slaan van heipalen in een watergang voor de realisatie van een brug werd een lage druk gasleiding geraakt. Deze gasleiding lag in de vaste bodem en was aangelegd door middel van een gestuurde boring. Voorafgaand aan deze werkzaamheden had de aannemer een Klic-melding gedaan. Ook had de aannemer bij de in- en uittredepunten van de gasleiding proefsleuven gegraven en had hij de beschikking over een revisietekening van de gasleiding. Op basis van deze gegevens had de aannemer aannames gedaan over de daadwerkelijke ligging van de gasleiding. Op grond van die aannames had de aannemer een palenplan opgesteld, waarbij een marge van 0,75 m van de (aangenomen) ligging van de gasleiding was aangehouden. De gestuurde boring lag meters diep en kon ter plaatse niet met proefsleuven worden gelokaliseerd. De netbeheerder verweet de aannemer dat hij onzorgvuldig had gehandeld en vorderde een schadevergoeding.
Zorgplicht geschonden
De vraag die de rechtbank moest beantwoorden was of de aannemer onzorgvuldig handelen kon worden verweten. De rechtbank beantwoordde die vraag bevestigend. De aannemer had naar het oordeel van de rechtbank op twee punten zijn zorgplicht geschonden.
Ten eerste had de aannemer niet mogen volstaan met de gegraven proefsleuven en de daarop gebaseerde aanname dat de feitelijke ligging van de gasleiding overeen zou komen met de theoretische ligging van de gasleiding op de Klic-tekening en de revisietekening. De rechtbank kwam al tot dit oordeel omdat de proefsleuven niet binnen (maar vele meters buiten) de marges van 1,5 meter ten opzichte van de geprojecteerde palen zijn gegraven.
Ten tweede is de rechtbank van oordeel dat de aannemer zich niet gehouden heeft aan de CROW Richtlijn 250. Die Richtlijn schrijft voor dat de grondroerder contact met de netbeheerder moet opnemen voor overleg over het vaststellen van de precieze ligging van de onderdelen en de te treffen voorzorgsmaatregelen. Dit voorschrift geldt in de situatie dat er gelet op de theoretische ligging een conflicterende situatie aannemelijk is en als lokalisatie ter plaatse met proefsleuven niet mogelijk is. In deze kwestie had de aannemer verzuimd om een concreet verzoek aan de netbeheerder te doen voor overleg om de precieze ligging van de gasleiding vast te stellen. Er waren tussen de aannemer en netbeheerder wel meerdere contacten geweest, maar bij die contacten was geen concreet verzoek gedaan in de zin van de Richtlijn. Bovendien had er geen contact plaatsgevonden met de contactpersoon van de netbeheerder die op de Klic-gegevens is genoemd.
Het belang van de CROW Richtlijn wordt bevestigd
Met deze uitspraak wordt het belang van de CROW Richtlijn bevestigd. Rechters gebruiken deze Richtlijn om te beoordelen of er zorgvuldig is gehandeld in geval van graafwerkzaamheden in de ondergrond, waaronder ook het slaan van heipalen valt. Ten tijde van het veroorzaken van de schade (op 16 september 2014) gold nog de CROW Richtlijn 250. Vanaf 1 januari 2017 geldt de CROW Richtlijn 500.
De uitspraak leert ons dat het belangrijk is dat de grondroerder contact opneemt met de netbeheerder om te overleggen in een situatie dat de ligging niet eenvoudig is vast te stellen. Daarbij doet de grondroerder er verstandig aan contact op te nemen met de contactpersoon van de netbeheerder die op de Klic-gegevens wordt genoemd.
De gehele uitspraak lees je op de website van de Rechtspraak.
