“Als we het zo aanpakken, daalt het aantal schades”
Theo Ellenbroek neemt na vijf decennia afscheid van de telecom
“Bij het Kabel en Leiding Overleg zat ik als grondroerder vaak naast mijn grootste opdrachtgever. Dat voelde niet altijd gemakkelijk, maar het weerhield mij er niet van om op te komen voor de veiligheid van de mensen in het veld.” Theo Ellenbroek neemt binnenkort afscheid als omgevingsmanager bij VolkerWessels Telecom. We praten met hem over zijn rijke carrière die bijna vijf decennia duurde en we krijgen vijf tips om graafschades te verminderen.
Meer snelheid, meer schade
Vanaf het begin van zijn loopbaan bij PTT in 1979 tot zijn huidige rol als omgevingsmanager bij VolkerWessels Telecom en zijn prominente rol binnen het KLO, heeft Ellenbroek de telecom- en de graafwereld onherkenbaar zien veranderen, en daar zelf ook aan bijgedragen. Hij heeft gezien hoe alles sneller en efficiënter werd, soms ten koste van de kwaliteit en zorgvuldigheid, vooral na de privatisering van de telecom in de jaren negentig. Ook zag hij het aantal graafschades toenemen tot bijna duizend per week.
Hoe ging het vroeger?
“Toen ik bij de PTT begon, kreeg ik eerst een opleiding van anderhalf jaar. We tekenden nog met de hand. Graafschade speelde nog niet zo’n grote rol. Er werd minder met machines gegraven en we hadden onze eigen graafploegen die goed wisten wat er in de grond lag, lokale kennis was toen zeer hoog. De ontspanning vroeger had ook zijn keerzijde: ik mag niet zeggen dat het vroeger een vrijgevochten bende was, maar het ontbrak vaak wel aan organisatie.”
Was vroeger alles beter?
“Er is veel veranderd, maar vroeger was zeker niet alles beter. Zo kon het wel twee jaar duren voordat je in het buitengebied een telefoonaansluiting kon krijgen, want de PTT werkte met jaarplannen. Als je na 31 mei een aanvraag indiende moest je een jaar langer wachten. Nu is een aansluiting in principe binnen een dag geregeld. Ook de wetgeving, voorwaarden en eisen waren bij lange na niet zo uitgebreid en de schuldvraag werd vaak in het midden gelaten. Nu is er andere wetgeving en werken grondroerders, netbeheerders en overheden veel beter samen.”
Alles draait om geld
Welke knelpunten zie je in de graafwereld?
“Na de privatisering van de PTT in de jaren negentig is alles in een stroomversnelling gekomen. Er is meer concurrentie met meerdere aanbieders. Hierdoor draait nu alles om tijd, oftewel: wie kan sneller leveren. Dit gaat soms ten koste van de kwaliteit. Mensen worden minder goed opgeleid en krijgen per meter kabel betaald. Buitenlandse graafploegen kennen onze regels niet. Er zijn veel meer graafmachines gekomen en de ondergrond zit op steeds meer plaatsen vol. Het is dus niet verwonderlijk dat het aantal schades toeneemt.”
Valt daar wat aan te doen?
“We werken hard om alles in goede banen te leiden en de veiligheid te verbeteren, met een betere afstemming in de graafwereld en nieuwe wet- en regelgeving zoals de WION en later de WIBON en CROW500. Het KLO speelt daar een belangrijke rol in. Het goede nieuws is dat het aantal schades nu iets minder hard groeit dan de hoeveelheid werk. Dat is knap.”
Als je Ellenbroek hoort praten, verwacht je niet dat hij binnenkort afscheid neemt van VolkerWessels Telecom. Hij zit nog vol passie over het voorkomen van graafschades. “Het is een prachtig werkveld, en we beginnen resultaat te boeken.”
De omgevingsmanager speelde zelf een belangrijke rol in alle veranderingen. Met name op het gebied van de digitalisering en wet- en regelgeving. Hij was betrokken bij de WION, later de WIBON en de CROW500. De laatste werd door hem samen met het KLO opgesteld. “De overheid gaf de sector het vertrouwen dat we zelf het aantal schades zouden verminderen.”
Dat is niet altijd goed gegaan. Het aantal schades is sinds de invoering van de CROW 500 alleen maar toegenomen.
“Dat klopt. Er wordt steeds meer gegraven en de ondergrond zit steeds voller. En dat gaat de komende jaren nog wel even duren. Er moet nog heel veel gegraven worden voor de energietransitie, het bouwen van woningen en de uitrol van glasvezel.”
Poolse landdagen
Is het KLO de juiste partij om de graafschades te verminderen?
Ja, want wij verbinden alle partijen in de graafketen én we praten samen met de overheid en de inspectie als toehoorders. Dat is uniek. Ook het KLO is met de tijd meegegaan. In het begin waren vergaderingen van het KLO Poolse landdagen. Gezellig, maar ze leverden weinig op. Dat is nu anders. Er wordt hard gewerkt in de werkgroepen die zich onder andere bezighouden met wet- en regelgeving, communicatie, monitoring en kennisdeling.
Hoe verloopt de samenwerking binnen het KLO? En hoe kan dat beter?
“De grondroerders, netbeheerders en beheerders openbare ruimte hebben allemaal hun eigen agenda en dat hoor je terug in de werkgroepen en de ledenvergaderingen. Joris Bongenaar (KLO-voorzitter) moet al die kikkers in een emmer zien te houden. Het valt niet altijd mee, maar je moet met één mond spreken. Ik ben vrijwilliger bij voetbalvereniging DVV Go-Ahead in Deventer. Daar hebben we allerlei afdelingen, van gehandicaptensport tot professional voetbal. Toch heeft iedereen hetzelfde doel en hetzelfde verhaal. Binnen het KLO moeten we als vereniging ook een gezamenlijke positie innemen. Dan staan we veel sterker.”
Over verschillen gesproken, in het KLO praten opdrachtgevers, opdrachtnemers en toezichthouders met elkaar. Dat is toch bijzonder?
“Ja, dat klopt. Ik zit als grondroerder naast de partijen die mij zien als oorzaak van hun probleem. En vaak ook naast mijn grootste opdrachtgever. Dat is af en toe wel lastig. Soms botst het ook wel eens, maar ik heb me nooit ingehouden, want we moeten samen de beste oplossingen vinden die het graven veiliger maken.”
Als je al zo lang meedraait, zijn er vast zaken die je opnieuw voorbij ziet komen?
“Dat klopt. Een voorbeeld is het gebruik van kwetsbare kabels. Dat is nu glasvezel. Vroeger waren het blauwe PE-kabels. Wanneer je daar met een schop op ging staan, gingen ze kapot en werkten ze als een waterleiding. Inmiddels zijn al die kabels vervangen. Dat zie ik over een tijdje ook gebeuren met glasvezel.”
"Vijf manieren om
graafschades te verminderen"
"We moeten ons meer inzetten om de veiligheid van de gravers te verbeteren. Ik stel vijf zaken voor om het aantal graafschades te verminderen:
- Allereerst moeten we echt alle partijen uit de graafketen aanhaken. Want alleen samen kunnen we het aantal schades terugdringen.
- Buiten veilig graven begint binnen. De voorbereiding van de graafwerkzaamheden moet verbeteren. Bij elk project moet je eerst kijken wat er in de grond zit. Dat begint met een oriëntatieverzoek en daarna een onderzoek in het veld. Doe dit voordat je met de uitvoering van het werk start.
- Alle liggingsinformatie moet gratis en vrij beschikbaar zijn.
- Er moet een nieuw schadeformulier komen, zoals Jan Koopman van Stedin heeft ontwikkeld. Dit kan door beide partijen worden ingevuld als er graafschade is. Net zoals het Europese schadeformulier voor auto’s. Dit gaat zoveel helpen bij de afhandeling van schades. Deze kans moeten we niet laten liggen.
- En tot slot moet er een opleiding komen voor gravers.
Als we het zo aanpakken, zul je zien dat het aantal schades de komende jaren gaat dalen."
CV Theo EllenbroekOmgevings- en Relatie Manager bij VolkerWessels Telecom, prominent lid van het KLOLoopbaan: Opleidingen: |

Theo Ellenbroek: "Vroeger was zeker niet alles beter. Ik mag niet zeggen dat het een vrijgevochten bende was, maar het ontbrak vaak wel aan organisatie."
