"Wat er niet ligt kun je ook niet beschadigen"
Graafschadepreventie begint al jaren voor aanvang werkzaamheden
Provinciale weg N218 in Zuid-Holland. Een kruispunt wordt vervangen door een rotonde. Business as usual voor de medewerkers van de provincie, die de uitvoering voorbereiden. Belangrijke obstakels zijn een persleiding van het waterschap en meerdere elektriciteitskabels en glasvezel die omgelegd moeten worden. De werkzaamheden moeten op tijd worden uitgevoerd. De urgentie om veilig te graven is groot, want als er niet volgens de richtlijnen wordt gewerkt, is de kans op vertraging en meerkosten groot. Daarom worden alle kabels en leidingen in het tracé voor dit project al verlegd voordat het werk begint. “Wat er niet ligt, kun je ook niet beschadigen.”
Desmond du Parand heeft als senior adviseur ondergrondse infrastructuur van de provincie Zuid-Holland een nieuwe werkwijze opgezet waarmee alle graafprojecten binnen de provincie op dezelfde, zorgvuldige manier kunnen worden voorbereid. Zo wil hij het aantal vermijdbare schades sterk terugdringen. “Als initiatiefnemer hebben wij verantwoordelijkheid om graafschades te voorkomen. Daarom zijn wij sinds een paar jaar bezig onze processen te optimaliseren. Dat is een hele klus in een organisatie met 1600 medewerkers.”
Uit je stoel komen
Een zorgvuldige voorbereiding is het halve werk, legt Du Parand uit: “Bij graafschades wordt vaak gekeken naar de laatste stappen: wat heeft de grondroerder gedaan? Zijn de tekeningen en de vergunningen aanwezig? Is er voldoende voorgestoken? Maar zeker zo belangrijk is het voorwerk van de initiatiefnemer. Wij moeten ervoor zorgen dat vooraf alles duidelijk is, zodat de aannemer en andere partijen in de keten het werk goed voorbereiden en veilig kunnen uitvoeren. Wij moeten dus precies weten waar alle kabels en leidingen liggen en ze laten omleggen door de netbeheerders als dat noodzakelijk is. Daarvoor is het nodig dat je van je stoel komt. Vaak kun je ter plekke pas zien wat er ligt. En als het nodig is halen we de netbeheerder erbij en kijken we samen hoe de ondergrond er daadwerkelijk uitziet.”
Desmond du Parand: “Over de uitvoering van de CROW500 ben ik pas tevreden als er geen graafschades meer zijn, maar dat bereiken we niet van vandaag op morgen.”
Tot enkele jaren geleden was er onvoldoende geregeld. De provincie werkte met algemene richtlijnen. In 2019 is het uitvoeringsprotocol met de netbeheerders ondertekend: een document van zeven bladzijden met afspraken, voornamelijk over hoe de provincie en netbeheerders samenwerken bij het verleggen van kabels en leidingen. Daarnaast heeft de provincie een Nadeelcompensatieregeling voor de financiële afhandeling van die verleggingen. In 2020 schreef Du Parand samen met GoConnectit de Procesleidraad Kabels en Leidingen. “Daarin hebben we alle aspecten van de CROW 500-richtlijn voor veilig graven meegenomen. Het is nu voor iedereen duidelijk hoe de taken moeten worden uitgevoerd. Zuid-Holland loopt hierin voorop als provincie en neemt ook andere provincies mee.” In 2022 is de procesleidraad herzien en zijn de CROW500 onderdelen nog nadrukkelijker weergegeven. De projectleiders worden nu ondersteund met werkpakketten en templates specifiek voor kabels en leidingen.
Mindset veranderen
De provincie gaat ruim van te voren in gesprek met de netbeheerders. Du Parand: “In een project spelen tientallen zaken, zoals het meenemen van de omgeving, stikstofregels, inspraakprocedures, duurzaamheid, aanbestedingen, noem maar op. Graafschade is een relatief klein onderdeel, dus moet je hard je best doen om dat onder de aandacht te brengen en te houden. Met onze werkwijze lukt dat ook. Om daadwerkelijk tot zo min mogelijk graafschades te komen, moet de mindset bij iedereen in de keten veranderen.”
Is Du Parand tevreden? “Over de uitvoering van de CROW500 ben ik pas tevreden als er geen graafschades meer zijn, maar dat bereiken we niet van vandaag op morgen. We moeten ons bewust blijven van onze rol als initiatiefnemer en goed samenwerken met de netbeheerers. En daar horen het maken van risico-inventarisaties en maatregelenplannen voor alle lopende projecten bij.” “Er zijn meerdere goede stappen gezet. Een verzoek tot aanpassing (VTA) mag bijvoorbeeld pas de deur uit na vooroverleggen met de netbeheerders. Komend jaar voeren we hopelijk ook interne audits uit op de toepassing van de Procesleidraad. Dat is een mooi ijkpunt voor ons. Dan kunnen we aantonen hoe ver we zijn. Ik kijk ook met vertrouwen uit naar een controlebezoek van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (voorheen Agentschap Telecom). Voor ons staat voorop: geen graafschades meer.”
